Veel gestelde vragen

Hoeveel vluchtelingen verblijven er in de opvang? Komen ze vanwege armoede? Is de opvang luxueus? Werken vluchtelingen? Veroorzaken ze veel overlast? Het COA, krijgt regelmatig vragen over vluchtelingen en hun leven in de opvang. Zeker als er een nieuwe opvang ergens van start gaat. Vluchtelingenopvang is ook een onderwerp van maatschappelijke discussie waar snel misverstanden in sluipen en feiten kunnen ondersneeuwen. Bent u benieuwd hoe het zit met de asielopvang en wilt u goed geïnformeerd het gesprek hierover aangaan? De serie ‘Wat is waar over asielopvang?’ neemt u mee in de feiten.

De Spreidingswet verplicht alle gemeenten in Nederland om opvanglocaties voor vluchtelingen te realiseren. De gemeente zoekt alvast naar geschikte en beschikbare locaties voor de duurzame opvang van vluchtelingen. De mogelijke opvanglocaties worden voorgelegd aan het COA om haalbaarheid te onderzoeken.

Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) zorgt voor de opvang van vluchtelingen in Nederland tijdens de asielprocedure. Het COA biedt onderdak, begeleiding en zorg aan vluchtelingen tijdens hun verblijf in Nederland, vanaf het moment dat zij zich melden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) tot aan het moment dat zij een definitieve verblijfsstatus hebben gekregen of moeten terugkeren naar hun land van herkomst.  Het COA zorgt voor opvanglocaties door heel Nederland, zoals asielzoekerscentra (AZC’s, minimaal 250 plekken), Satelliet locaties minimaal 100 plekken en kleinschalige opvanglocaties, onder de 100 plekken. Het COA biedt vluchtelingen in de opvang ook voorzieningen zoals maaltijden, medische zorg, juridische ondersteuning en activiteiten gericht op taalverwerving en integratie.

Locatieonderzoek

Nadat een mogelijke opvanglocatie is doorgegeven aan het COA, wordt de locatie onderzocht door het COA. Een locatieonderzoek door het COA bestaat uit verschillende onderdelen om te bepalen of een locatie geschikt is voor de opvang van vluchtelingen. Hieronder staan enkele van de belangrijkste onderdelen van een locatieonderzoek:

  • Ruimte: De locatie moet voldoende ruimte bieden voor de opvang van asielzoekers. Er moet bijvoorbeeld genoeg ruimte zijn voor slaapkamers, sanitaire voorzieningen, eetruimtes en recreatie.
  • Toegankelijkheid: De locatie moet goed bereikbaar zijn voor hulpdiensten en voorzieningen zoals winkels, scholen en openbaar vervoer.
  • Veiligheid: De locatie moet veilig zijn voor zowel de asielzoekers als de omgeving. Er moet bijvoorbeeld voldoende toezicht zijn en er mogen geen veiligheidsrisico’s zijn.
  • Omgevingsfactoren: Er moet rekening gehouden worden met de omgevingsfactoren, zoals geluidsoverlast en milieuvervuiling.
  • Beschikbaarheid van voorzieningen: Er moet voldoende toegang zijn tot voorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs, en openbaar vervoer.
  • Maatschappelijke acceptatie: Er moet voldoende draagvlak zijn bij de lokale gemeenschap voor de opvang van asielzoekers op de betreffende locatie.
  • Juridische aspecten: Er moet rekening gehouden worden met eventuele juridische beperkingen en vereisten voor de locatie.

Het locatieonderzoek door de gemeente en het COA heeft als doel om een geschikte locatie te vinden voor de opvang van vluchtelingen die voldoet aan de hierboven genoemde onderdelen. Is de locatie geschikt, dan huurt of koopt het COA de locatie om er een opvanglocatie te maken en wordt er een overeenkomst gesloten met de gemeente en/of particuliere initiatiefnemer. Lees meer over de rol en taken van het COA bij het openen van een AZC

De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor het asielbeleid en het toezicht op de uitvoering daarvan. Dit betekent dat de Rijksoverheid onder andere bepaalt wie er wel en niet in aanmerking komen voor asiel en hoe de asielprocedure verloopt.

Opvang van vluchtelingen is tijdelijke huisvesting van mensen die asiel hebben aangevraagd en wachten op de uitkomst van hun asielprocedure. De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor het bieden van voldoende en geschikte opvanglocaties voor deze mensen. Dit gebeurt vaak in samenwerking met gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij de opvang en integratie van vluchtelingen.

Op dit moment is er een groot tekort aan opvangplekken. Het rijk heeft de Spreidingswet hiervoor aangenomen. Hiermee is het voor de gemeente een wettelijke plicht om vluchtelingen voor een langere periode op te vangen. Het gaat hier om: Wet ‘gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen’, ook bekend als de Spreidingswet. Lees meer over de aanpak van de Rijksoverheid

Met elkaar zorgen voor voldoende opvang van vluchtelingen met een evenwichtigere verdeling over het land. Dat is de kern van de Spreidingswet. In de wet komt vast te staan dat gemeenten medeverantwoordelijk zijn, naast het Rijk, voor de internationale en Europeesrechtelijke verplichting om opvang te bieden aan vluchtelingen. Uitgegaan wordt van samenwerking tussen gemeenten, een eerlijke en evenwichtige spreiding over het land, zoveel mogelijk vrijwillig ter beschikking stellen van opvangplaatsen en het voorkomen van crisisnoodopvang. Het creëren van een wettelijke taak voor gemeenten is onderdeel van een breed pakket aan maatregelen om uit de opvangcrisis te komen en te blijven. Lees meer op de website van de Rijksoverheid

De wet over spreiding van opvang voor vluchtelingen is begin februari 2024 in werking getreden. De Tweede en Eerste Kamer gingen akkoord met het wetsvoorstel.

Tijdens de asielprocedure vangt het COA vluchtelingen op in verschillende soorten opvanglocaties. De meeste vluchtelingen gaan in Nederland eerst naar Ter Apel. Daar melden ze zich bij het aanmeldcentrum van deImmigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Daarna verblijven ze eigenlijk 3 tot 10 dagen in een centrale ontvangstlocatie in Ter Apel of Budel. Tijdens de algemene asielprocedure verblijven vluchtelingen tijdelijk in een proces opvanglocatie. Krijgen ze een verblijfsvergunning? Of gaat de IND hun asielaanvraag verder beoordelen in de verlengde asielprocedure? Dan gaan zij naar een asielzoekerscentrum. Lees meer op de website van het COA.

  • Ontheemden: mensen die hun eigen land ontvluchten vanwege vervolging, oorlog of geweld, en die bescherming zoeken in een ander land.
  • Vluchtelingen: mensen die hun eigen land ontvluchten en asiel aanvragen in een ander land. Ze moeten aantonen dat ze vluchten voor vervolging of gevaar en in aanmerking komen voor bescherming onder internationaal recht. Asielzoekers worden tijdens de behandeling van hun asielaanvraag opgevangen in asielzoekerscentra (azc’s).
  • AMV: alleenstaande minderjarige vreemdeling: is bij aankomst in Nederland jonger dan 18 jaar (minderjarig), komt van buiten de Europese Unie (EU), is naar Nederland gekomen zonder ouder(s) of een andere persoon die het gezag over de jongere heeft.
  • Statushouders: mensen die een asielverzoek hebben ingediend en een verblijfsvergunning hebben gekregen (‘verblijfsstatus’). Vanaf dat moment hebben ze ook recht op een woning in Nederland.
  • Noodopvang: tijdelijke opvang voor asielzoekers, die vaak net zijn aangekomen in Nederland, en wachten op verdere verwerking van hun asielaanvraag. Het COA heeft op dit moment te weinig plekken. Om toch iedereen die in Nederland asiel aanvraagt op te kunnen vangen, zijn extra opvanglocaties nodig; de tijdelijke noodopvang door gemeenten.
  • Crisisnoodopvang: een vorm van opvang die bedoeld is voor mensen die op korte termijn en acuut een veilige plek nodig hebben, omdat ze zich in een crisissituatie bevinden. Officieel is dit voor de duur van 72 uur.
  • Asielzoekerscentra: dit zijn speciale opvangcentra voor asielzoekers, waar ze kunnen verblijven terwijl hun asielverzoek wordt verwerkt.

Na binnenkomst in Nederland worden alle vluchtelingen geïdentificeerd en geregistreerd door de vreemdelingenpolitie en de IND. De Koninklijke Marechaussee onderzoekt eventuele documenten verder. De mensen worden gecontroleerd op tbc en krijgen een medische intake.