Ondernemersverhaal van Deimond
Denk, durf en doe: want elke stap telt
Maakbedrijf Botau is een van de circulaire koplopers in Waddinxveen. Voor directeur Deimond Nasiri is duurzaam denken vanzelfsprekend:
We willen goed zorgen voor de aarde, voor onze mensen én voor ons bedrijf. De 3 p’s, people, planet en profit, zijn al vanaf onze oprichting in 2005 ons uitgangspunt. Wij ontwerpen en maken grote machines en proberen dat zo duurzaam mogelijk te doen. Dat doen we door ze modulair te bouwen, wat betekent dat we ze makkelijk uit elkaar kunnen halen en alle onderdelen goed kunnen vinden. Daardoor is onderhoud en vervanging van die onderdelen veel makkelijker. Dat is ook fijn voor de mensen die met die machines werken. Ook proberen we de machines zo zuinig mogelijk te ontwerpen, zodat ze minder energie verbruiken. Dit is beter voor de klant én het milieu.
Machines vernieuwen waar dat kan
Een belangrijk onderdeel van ons verdienmodel is ook het hernieuwen van bestaande machines. Van oudere machines is het stalen frame vaak nog prima in orde. Door slim te ontwerpen en bepaalde onderdelen te vervangen kunnen we zo’n machine helemaal aanpassen naar de wensen van deze tijd. En dan kan die zo nog tientallen jaren mee. Zelf hebben we hierdoor bijvoorbeeld een machine in gebruik die al zeventig jaar oud is.
In het begin hadden klanten hier nog niet altijd interesse in. Die willen dan liever zo snel mogelijk een nieuwe machine. Nu er meer aandacht is voor klimaatverandering is dat gelukkig aan het veranderen. Met studenten en docenten van de Haagse Hogeschool onderzoeken we nu hoe we de meerwaarde van het opnieuw gebruiken in cijfers kunnen uitdrukken. Je gebruikt dan minder grondstoffen, minder energie en stoot minder CO2 uit. Duidelijke cijfers hierover kunnen helpen om nog meer bedrijven te overtuigen van de meerwaarde.
Ook onze interne processen proberen we zo circulair mogelijk te maken. We hebben in onze fabriekshal een hoekje ‘Afval bestaat niet’ ingericht. Daar verzamelen en sorteren we alle restmaterialen, hoe klein ze ook zijn. Die brengen we vervolgens naar recycling. Zelfs het zand voor onze watersnijmachines gebruiken we voor 80 procent opnieuw. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in duurzame energie. Ons dak ligt vol met zonnepanelen die jaarlijks ongeveer 100.000 Kilowattuur opwekken, en we hebben in onze fabriekshal de gasheaters vervangen door elektrische heaters.
Over circulariteit van elkaar leren
Mensen denken bij circulair vaak meteen aan recycling. Maar dat is eigenlijk het laatste waar je aan moet denken. Je uitgangspunt moet zijn dat er geen afval is. Is het überhaupt nodig om iets nieuws te maken? En als dat nodig is: welke materialen gebruik je daarvoor? Kun je dat product zo ontwerpen dat het makkelijk her te gebruiken of te hernieuwen is? Een fijn houvast hierbij is de R-ladder: die laat zien welke strategieën er allemaal zijn voor circulariteit.
Je verdienmodel circulair maken kan best een zoektocht zijn. Daarom heb ik met de gemeente Waddinxveen het initiatief genomen voor een kennisplatform. We ontmoeten elkaar vijf keer per jaar en bespreken verschillende thema’s. De Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Rotterdam zijn daar ook bij. Ik leer zelf ook nog veel van die avonden. Soms zit het tegen als je aan het pionieren bent. Maar als ik dan al dat enthousiasme op zo’n avond zie, dan ga ik zelf ook weer met nieuwe energie met m’n uitdagingen aan de slag.
Geen tweede kans van moeder natuur
Natuurlijk, als je circulair gaat ondernemen wil je dat dat ook commercieel interessant is. En bij Botau merk ik dat dat kan. Daarbij helpt het dat we ook een enorme motivatie hebben om dit te doen. Het klimaat verandert snel. Moeder natuur wacht niet. Die geeft ons geen tweede kans. Dus ook al is het een kleine stap: denk, durf en doe. Kom in beweging. Want alle beetjes helpen.